dinsdag 26 juni 2012

Voetbal op TV


Ik ben een man. Ik ben een echte man. Ik ben de man tussen de mannen. Ik ben van het fluiten naar de vrouwtjes. Ik open een flesje bier met mijn tanden. Ik ben van het haar op mijn borst en trouwens ook op mijn rug. Ik heb zoveel testosteron dat ik al kaal werd op de kleuterschool. Omdat ik een echte man ben, kan ik natuurlijk geen dag zonder voetbal. Ik geniet dus ook intens van het EK voetbal in Polen en Oekraïne. Elke dag weer een heerlijke pot voetbal op hoog niveau op de televisie. Wat wil een echte man nog meer? Oh ja, bier en wijven.

Dus neem ik gemiddeld genomen een biertje of meer tijdens de wedstrijden en geniet ondertussen ook nog eens van de spelersvrouwen. Zo kom ik het EK wel door. Hier in Nederland prijzen wij ons gelukkig met de vrouwen van de heren Sneijder en Van der Vaart. Laat mij u direct uit de droom helpen. Als het om spelersvrouwen gaat, dan is de uitschakeling van Nederland zo slecht nog niet. Heeft u de spelersvrouwen van het Spaanse elftal al gezien? Caramba! Heeft u de vrouwen van het Duitse elftal al bewonderd. Meine liebe Gute! Het liefje van Sebastian Schweinsteiger. Gletschergeil!!!!

Vandaag is het een rustdag op het EK. Een van die dagen tussen de kwartfinales en de halve finales. Ik vrees overal afkickverschijnselen, maar ik kom bedrogen uit, want gelukkig zijn er twee zenders die een voetbalfilm uitzenden. RTL8 zend het alom geprezen en zeer verfijnde “Bend it like Beckham” uit. Een film over een meisje dat er van droomt net zo goed te kunnen voetballen als haar idool David Beckham. NET5 aan de andere kant komt met het iets minder geprezen en zeker minder verfijnde “she is the man”. Een film over een meisje dat er van droomt goed te kunnen voetballen en doet alsof ze haar broer is, om zichzelf te bewijzen. Dat zorgt natuurlijk voor hilariteit alom.

U begrijpt dat het voor mij moeilijk kiezen was. Twee topfilms die op een fantastische wijze tegemoet komen aan mijn mannelijkheid. Ze bevatten voetbal. Ze bevatten vrouwen. Zoiets kan alleen maar door een man bedacht zijn. Ik koos uiteindelijk voor de film op NET5. Dit had gedeeltelijk te maken met het feit dat ik de film op RTL8 al een keer gezien had. De belangrijkste reden is echter dat de film op NET5 niet alleen tegemoet komt aan mijn behoefte in voetbal en vrouwen. NET5 weet ook nog eens tegemoet te komen aan mijn behoefte aan bier. Zij zijn zo slim geweest om ‘she is the man” te laten sponsoren door een biermerk. Liefmans Fruitbier. U begrijpt dat ik deze marketingmix niet kon weerstaan. NET5 schijnt zich te positioneren als vrouwenzender. Wie dat heeft verzonnen, heeft waarschijnlijk ook bedacht dat Christiano Ronaldo homofiel is. Belachelijk.

zaterdag 23 juni 2012

Flevolifanten


Zoals ik al eens eerder schreef ben ik een fanatiek automobilist. Tijdens mijn autoritten zie ik altijd weer dat de talloze overheden hebben geprobeerd het rijden cultureel te maken. Overal kom je openbare kunstwerken tegen in de openbare ruimte en de meest populaire plek lijkt wel een rotonde of een kruising. Juist daar waar je  aandacht het meest nodig is, plaatst de overheid een sterk visueel object zodat je focus wordt verlegd.

Mijn favoriete object staat langs de A6 bij Almere. Altijd als ik langs Almere rij dan kijk ik of ze er nog staan. Of ze niet toevallig ergens anders naar toe zijn gewandeld. En heel soms denk ik dat ik er een mis. Dat er nog maar 4 staan in plaats van 5. Dan is er even eentje naar de wc. Maar meestal staan ze er gewoon. De vijf olifanten op de kruising van de A6 en de A27 bij Almere.

Elke keer als ik de olifanten zie, zit ik weer vol vragen. Hoe komen ze op deze plek? Zijn ze hier naar toe gewandeld over de A6 of over de A27. Zijn het Aziatische olifanten of  Afrikaanse olifanten? En als het Afrikaanse olifanten zijn, is het dan de bosolifant of de savanneolifant? Of is het soms een compleet nieuwe soort, want ze zijn wel heel erg groot en ze hebben een zeer kleine slurf. De zogenaamde Flevolifant. Ik ben echter geen bioloog en laat het classificeren graag aan anderen over.

Ik vraag mij af wat de olifanten daar doen op die kruising van wegen. Zijn ze soms ingesloten door de aanleg van de drie stroken asfalt die hun onnatuurlijke omheining vormen? Kunnen ze sindsdien niet meer weg? Durven ze de straat niet over te steken? Moeten we de kunstenaar vragen om er nog een klaar-over bij te zetten. Misschien is er nog wat schooljeugd uit Almere die met een klaar-over bordje op de snelweg wil gaan staan om de olifanten uitgeleide te doen. Waar zouden ze naar toe gaan? Naar het Almeerderhout of prefereren ze toch de ruimtelijkheid van de landbouwgronden? Zoveel vragen.

Op het moment dat ik in noordelijke richting rijdend al bijna bij het “monument Noordoostpolder” ben, vraag ik mij af waarom de kunstenaar eigenlijk 5 olifanten in de polder heeft neergezet? Wat wil Tom Claassen hiermee zeggen? Hebben er vroeger misschien olifanten of mammoeten rondgelopen in deze regio? Het is meer dan waarschijnlijk, maar dat geld eigenlijk wel voor heel Nederland. Is het soms een wanhopige poging om de geschiedenis van Flevoland te rekken? Ik trap er niet in. Die olifant gaat bij niet op!

donderdag 21 juni 2012

Ik ben wat pips


Als ik hier de woorden “midnight train to Georgia” neerkalk, dan denkt u natuurlijk allemaal meteen aan Gladys Knight. Daar is helemaal niets mis mee. Sterker nog, dat pleit voor u. U kent uw klassiekers. Ik had echter veel liever gezien dat u meteen aan de Pips had gedacht. Ik ben namelijk een groot fan van de Pips. Diep in mijn hart wil ik eigenlijk gewoon een Pip zijn.

De manier waarop Merald Knight, William Guest en Edward Patten fictief aan een touwtje trekken om het fluitje van de trein kracht bij te zetten is van een oneindige schoonheid. De bewegingen van links naar rechts en af en toe dat ene stapje naar achteren en weer naar voren zijn onnavolgbaar. En dan precies op het juiste moment weer roerloos achter de microfoon staan om dat ene zinnetje zuiver te zingen.

Het komt regelmatig voor dat ik het filmpje van “midnight train to Georgia” op youtube bekijk en vervolgens in de woonkamer de choreografie van de Pips probeer te kopiëren. Dan beeld ik mij in dat ik een Pip ben, maar ik ben geen Pip. Wat dat betreft ben ik jaloers op Jack Black, Ben Stiller en Robert Downey jr. Zij zijn alle drie in de voetsporen van de originele Pips getreden en hebben een werkelijk fabuleuze “Midnight train to Georgia” neergezet.

Als ik dan toch een Pip zou kunnen zijn, dan wil ik Robert Downey jr. zijn. De wijze waarop deze Pip Nouveau zich bijna achteloos van zijn danspasjes ontdoet is aan de ene kant ontluisterend om te zien. Aan de andere kant is deze achteloosheid schitterend in al zijn eenvoud. Vergeet Galili dans, vergeet Beppie Blankert, vergeet het nationaal ballet. Ik zou haast willen zeggen, vergeet de originele Pips. Vanaf nu af aan alleen nog maar Robert Downey jr.  Maar u weet dat dat niet kan.

De Pips kan ik niet vergeten. Als de Pips eenmaal onder je huid zitten, dan blijven ze er ook. De Pips als onderdeel van mijn vetweefsel.  Je zou haast kunnen zeggen dat de Pips onderdeel zijn van mijn DNA. Maar hoezeer ze ook onderdeel van mij zijn, een echte Pip zal ik nooit worden. Zelfs geen Pip Nouveau.

Ik zal nooit weten hoe het is om achtergrondzanger te zijn van Gladys Knight. Dat is wellicht maar goed ook. Ik mis namelijk het aangeboren ritmegevoel dat noodzakelijk is om een goede Pip te zijn. Voorlopig blijf ik nog gewoon een Pip in de woonkamer en mocht ik ooit een echte Pip worden, dan ga ik gewoon op een kruk zitten. Zelfs een Pip maakt zich er namelijk wel eens gemakkelijk vanaf. Maar ook op een kruk kun je fictief aan een touwtje trekken om een fluitje uit te beelden. Ik ga alvast oefenen. HOEHOE

zaterdag 16 juni 2012

Vroeger is geweest


Daar loop ik dan, op een voor mij welhaast heilig stukje grond. Ik ben er circa 15 jaar niet geweest, maar in de ongeveer 15 jaar voordien heb ik er miljoenen voetstappen achtergelaten. Het is de sportvereniging waar ik in mijn jeugd passief maar zeker ook actief bij betrokken ben geweest. Het is een atletiekvereniging in een middelgrote plaats in ons land en vandaag hebben ze een reünie. Ze hebben me opgespoord en mij een uitnodiging gestuurd. Het is  goed om te weten dat je niet vergeten bent.

Ik loop het terrein op en zie de baan. De kunststofbaan ligt te schitteren in het zonnetje. De aanloop van de verspringbak waar ik altijd  17 stappen zette voordat ik met  een doffe dreun in het zand belandde, lacht mij tegemoet. Het zand, ik wil het eigenlijk gewoon even beroeren, gewoon even aanraken. Nee, dat is het niet, eigenlijk wil ik direct weer springen. Ik wil weer met mijn voeten vooruit in het zand terecht komen en kijken wat de afstand is. En de baan weet dit, de baan fluistert zachtjes in mijn oor: “Kom spelen, kom zweten, kom genieten, laat mij je plezieren”, maar mijn spieren, mijn enkels en mijn Italiaanse merkschoenen schreeuwen dat ik het niet moet doen. Ik besluit hun mening te respecteren.

Ik kijk nog een keer naar de atletiekbaan en besluit mij vervolgens in het feestgewoel te storten. Ik ben hier tenslotte voor een reünie. Ik ben nog nooit op een reünie geweest. Onderweg heb ik een van mijn beste vrienden opgehaald die ook jaren rondjes heeft gerend en uiteindelijk de beste vrienden werd met de hoogspringmat, zoals ik een relatie kreeg met de verspringbak. We hebben er zin in. We gaan allemaal oude bekenden zien. Die gozer die geen been voor het andere kon zetten, maar hij was wel heel aardig. Ach, hoe heet die ook al weer en die klootzak waar je altijd van verloor op de 100 meter, wat is ook al weer zijn naam. En dan dat meisje waar je altijd heimelijk verliefd op was, maar die veel te oud voor je was. Haar naam vergeet je niet.

Allemaal mensen uit je verleden die net zo’n geweldige tijd op deze atletiekbaan hebben doorgebracht als ik. Leuk om ze weer eens te zien en te kijken wat ze nu doen. Misschien rennen ze nog steeds rondjes. Mijn vriend en ik maken ons entree. Het feest kan beginnen, want wij zijn binnen, dat stralen we duidelijk uit. We houden dat ongeveer 1 seconde vol en komen er dan achter dat we niemand herkennen. Wij zijn al ‘fashionable late’ en desondanks is er geen persoon in de zaal die ons kent of andersom en wij hebben hier nogal een geschiedenis.

Her en der zitten en staan groepjes mensen met elkaar te praten in de feesttent, ze kijken ons aan en wij kijken terug. De baan, hij voelt zo vertrouwd en toch horen wij hier niet. Dit zijn niet de mensen met wie wij vroeger aan sport deden? Mensen worden ouder en veranderen, maar dit zijn niet de gespierde atleten van vroeger. Dit zijn de atleten en juryleden van nu. Dit zijn de mensen van de kunststofbaan, wij zijn nog van het gravel. Dit zijn de mensen van de elektronische tijdmetingen, bij ons ging dat handmatig. Dit is geen reünie, dit is een feestje van nu. Ze zijn mij misschien niet vergeten, maar ik hoor hier niet meer thuis.

Die gozer die geen been voor het andere kon zetten wist het al. De klootzak die mij altijd versloeg op de 100 meter wist het ook al. Het meisje op wie ik altijd verliefd was, wist het allang. Ze zijn er geen van allen. Nu weten mijn vriend en ik het ook. We hebben onze VIP-passen in de hand en besluiten een broodje shoarma te halen. Daar zijn we tegenwoordig heel erg goed in. Daar is nu ons thuis. De shoarmaboer kent onze naam en vraagt hoe de reünie was. “Vroeger is geweest” antwoorden we “morgen is de toekomst en vandaag is een geschenk, dus geef ons maar een hele grote portie shoarmasaus.”

donderdag 14 juni 2012

De kick van Rembrandt

“Het volgende stuk is een heel leuk schilderijtje van een van onze favoriete kunstenaars, Nol Alexander, getiteld “penseelstreek op doek”. Een van de vele Alexanders die wij vandaag ter veiling aanbieden. Gezien de grote belangstelling tijdens de kijkdagen voor dit werk zetten we dit in op 100 euro. Niemand honderd euro? Niemand honderd euro voor een Nol Alexander? 50 euro? Ah, 50 euro bij de meneer links vooraan, 60 euro rechts achteraan bij het gangpad, 70, 80, 90, 100. 110, 120 nieuwe bieder, 130, 140, niemand meer, niemand meer dan 140 euro, verkocht, echt een koopje voor een Nol Alexander, gefeliciteerd meneer, daar heeft u zeker niet te veel voor betaald! Dan gaan we nu verder met het volgende werk van Diederik Dijkstra, getiteld “DubbelD in de polder”, geen veiling zou compleet zijn zonder de conceptueel erotische werken van Diederik Dijkstra.”

Och, het bijna hypnotiserende stemgeluid van de veilingmeester. Ik houd er van. Ik houd van de geveinsde onverschilligheid bij de biedingen en geniet van de liefhebbers die net iets te enthousiast tonen geïnteresseerd te zijn. Ik bewonder de enkele professional die bij elke bieding van zijn stoel omhoog komt en ostentatief voor in de zaal gaat staan alsof hij wil zeggen: “wie waagt het om zijn vinger nog op te steken”. Ik koester deze veilingdagen. De veilingen met de werken van Nol Alexander, Diederik Dijkstra en consorten. Je koopt hun werken er voor een schijntje van de prijs die je betaalt in een galerie. Ik neem een broodje ham mee van het broodjeshuis op de hoek en geniet van de werken, maar voornamelijk geniet ik van de mensen. Het is een bal masqué waarbij de spelers bekend zijn.
Heel af en toe bied ik zelf ook mee. Ik heb een vast plekje rechts achterin aan het gangpad en als ik bied heb ik een vast ritueel. Ik begin eigenlijk nooit met bieden, meestal probeer ik als derde speler het veld te betreden. Daarbij steek ik altijd heel achteloos mijn rechterarm schuin omhoog richting het gangpad en in mijn hand wijst altijd een pen de veilingmeester de weg naar het plafond alsof het wil zeggen “er zit nog meer in het vat”. Meestal is het vat echter vrij leeg en moet ik vroegtijdig het strijdperk verlaten, maar dan heb ik wel weer even mijn rush gehad. Die geweldige kick van het bieden. Het gevoel heel even, slechts een paar seconden lang, te mogen denken dat jij de mogelijke eigenaar bent van een echte Diederik Dijkstra is onvergetelijk.
Ik ben ook eigenaar van een Picasso, een Rembrandt en een Gauguin geweest. Gelukkig is er altijd iemand geweest die het werk liever wilde dan ik.

woensdag 13 juni 2012

MacDonald’s, Kentucky Fried Chicken en de autoweg


Als je een sterke eigen mening hebt  en die geregeld ventileert ben je volgens de huidige maatschappelijke standaard a.) een politicus, b.) karakteristiek of c.) een mopperkont. Aangezien ik wel een politieke richting, maar geen politieke partij aanhang, behoor ik niet tot de groep die men politici noemt. Daarnaast draag ik ook geen zwarte kleding of een opvallende bril en ik maak al helemaal geen reclame voor een wasmiddel, dus karakteristiek kun je mij ook niet bepaald noemen. Maar aangezien ik wel degelijk een sterke eigen mening heb en deze ook nog wel eens uit zal ik wel een mopperkont zijn. We hebben dus vastgesteld dat ik geen Jules Deelder of Jan Mulder ben, maar ik wil wel graag wat kwijt.

Ik ben iemand die geniet van autorijden, iemand die met veel plezier in zijn auto kan stappen en alle wegen van ons land in beide richtingen wil leren kennen.  Ik geniet van het asfalt, van de strepen die zo heerlijk recht getrokken zijn, van de kunstwerken en de hectometerpaaltjes, maar het meeste geniet ik wel van de schitterende bermen die onze wegen rijk zijn. Bermen die begroeid zijn met orchideeën en Engels gras, met Margriet en Fluitekruid, Biggekruid en schitterende heide.

Als ik over de N391 tuf in de richting van Emmen dan geniet ik van de schitterende berm, maar ook de berm langs de A28 in de buurt van Soesterberg is een pareltje en zo kan ik nog talloze plekken aanwijzen waar ik tegenwoordig gewoonweg het gevoel krijg dat ik op vakantie ben. Ik ben nog niet zo heel oud, maar ik weet nog goed dat onze Nederlandse bermen vroeger eigenlijk alleen maar strakke gazonnetjes waren. Hoe anders is dat nu. Een geweldige variëteit aan vegetatie die onze bermen siert.

Als je dat mopperen noemt, mag je van ons altijd wel los gaan, zult u wel denken. Dan wil ik toch nog even terugkomen op de hedendaagse variëteit in onze bermen. Sinds een paar jaar zie ik een nieuwe soort vegetatie terugkomen in onze bermen. Bruine zakken met een grote gele M er op of van die doosjes waar overduidelijk een hamburger of een kipkluifje in gezeten heeft of zelfs nog in zit! Volgens mij is dit een soort onkruid en wel een zeer hardnekkige, want ik kom hem tegen op de meest onmogelijke plekken. Ik zie het op parkeerplaatsen die volgens mij met het meest Dichte Asfalt Beton zijn geasfalteerd en zelfs daar weet het wortel te schieten.

Ik kan mij grondig vergissen, maar volgens mij had Rijkswaterstaat deze vegetatie niet voor ogen toen zij met hun ecologisch bermbeheer begonnen. Ik heb het in ieder geval niet voor ogen als ik het heb over de schitterende Nederlandse bermen. Toch heb ik het gevoel dat deze vegetatie op de korte termijn niet gaat verdwijnen en daar baal ik van. Daar heb ik zelfs goed de smoor over in! Dat mag u best weten. Ik ga hier niet de grote prediker uithangen, maar man, man, man, laat toch niet alles slingeren en ruim toch eens normaal je rommel op!

dinsdag 12 juni 2012

Battle in the brain


Ik wil eigenlijk elk stukje dat ik schrijf wel beginnen met “stel je voor”. Stel je voor was misschien wel de beste naam geweest voor deze blog, want wat is er mooier dan de kracht van de verbeelding en al mijn stukjes zijn op een of andere manier wel ontsproten aan de verbeeldingskracht van mijn linkerhersenhelft.

Deze hersenhelft is er waarschijnlijk ook weer verantwoordelijk voor dat ik dit stukje zit te schrijven. Eigenlijk haat ik mijn linkerhersenhelft. Hij is naar mijn mening veel te goed ontwikkeld. Je zou ook kunnen stellen dat mijn rechterhersenhelft te weinig ontwikkeld is. Persoonlijk heb ik over deze hersenhelft echter niks te klagen.

Hoe je tegen de ontwikkeling van mijn hersenhelften aankijkt, is eigenlijk irrelevant. Het is zelfs onbelangrijk dat testjes hebben uitgewezen dat mijn rechter- en mijn linkerhersenhelft ongeveer in balans zijn.  Wat wel van belang is dat deze balans tussen mijn rechter- en mijn linkerhersenhelft er voor zorgt dat ik verval in een staat van constante twijfel over wie of wat ik nu eigenlijk ben!

Het is dus niet zo dat ik twijfel over wie of wat ik ben door de uitkomst van de testjes. Die twijfel was er al en die testen maken duidelijk waar de twijfel vandaan komt. Het lijkt er dus op dat ik verdeeld wordt door een oorlog tussen beide hersenhelften, terwijl de testen juist uitwezen dat ze zo mooi in balans waren. Wat houdt dat in, hersenhelften die mooi in balans zijn? Hebben ze dan een even groot wapenarsenaal ter beschikking en zijn ze een gewapende vrede overeengekomen?

Dat wil ik niet, ik wil geen gewapende vrede. Gewapende vrede zorgt voor twijfel en onzekerheid. Ik wil dat ze zich tot de tanden toe bewapenen en er voor eens en altijd uitmaken wie de beste is. Ik wil een strijd die gevoerd word met kernwapens. Kom maar op met die slag tussen logica en intuïtie. Het gevecht tussen links en rechts met een duidelijke overwinnaar waardoor ik kan gaan hervormen en vol vertrouwen de toekomst tegemoet kan treden. Als het aan mij ligt klinkt nu de bel voor de eerste ronde.

zondag 10 juni 2012

Boyle this!

Tijdens een van mijn bezoeken aan Duitsland lag ik een keer op mijn hotelkamer van hotel Bismarckhohe in tecklenburg naar de televisie te kijken. Ik was aan het zappen tussen Bob Ross met zijn happy trees en phtalo blue en een documentaire over de Amerikaanse schrijver T.C. Boyle.

Op een bepaald moment werd ik geraakt door de documentaire. Of het nu de schitterende Noord-Amerikaanse huizen waren in hun lommerrijke omgeving met hun geasfalteerde opritten omzoomd met gekapte berkenstammetjes of het waren de treffende uitspraken van T.C. Boyle. Wat het ook was, ik bleef kijken en ik luisterde ademloos terwijl hij waarheden verkondigde zoals "schoenen en auto's mogen alleen maar rood zijn" en "Duitsers hebben nooit sex, alleen om zich voort te planten".

Ik weet nog dat ik dacht "deze man heeft de wijsheid in pacht, hij weet verdomme waar Abraham de mosterd haalt" en van opwinding begon ik in mijn hoofd al met een piepstemmetje te praten. Waarom een piepstemmetje vraagt u zich af? De heer Boyle gebruikte bij meerdere gelegenheden een geknepen stemmetje en deze man was mijn voorbeeld. Ik moest en zou mij aan hem spiegelen. Ik zou ook gaan schrijven, ik heb namelijk ook verhalen te vertellen. De mensen zullen mij lezen en genieten. Alleen niet als het aan T.C.Boyle ligt, want volgens mijn afgod kun je alleen schrijven als je rijke ouders hebt, dan ben je namelijk verzekerd van een getroubleerde jeugd.

Deze uitspraak heeft mij jaren weerhouden te gaan schrijven, want ik had geen rijke ouders. Mijn voorland was een middenklasse gezin, wij gingen elk jaar in de zomervakantie met de caravan achter de volvo stationwagen op pad. Volgens T.C. heb ik het recht dus niet om getroubleerd te zijn. Wie geeft T.C. Boyle echter het recht om te stellen dat alleen kinderen van rijke ouders getroubleerd kunnen zijn! Ik heb wellicht het recht niet, maar ik ben een vat vol problemen! T.C. Boyle kan de boom in. De wereld zal nog van mij horen...