“Het volgende stuk is een heel leuk schilderijtje van een van
onze favoriete kunstenaars, Nol Alexander, getiteld “penseelstreek op doek”.
Een van de vele Alexanders die wij vandaag ter veiling aanbieden. Gezien de
grote belangstelling tijdens de kijkdagen voor dit werk zetten we dit in op 100
euro. Niemand honderd euro? Niemand honderd euro voor een Nol Alexander? 50
euro? Ah, 50 euro bij de meneer links vooraan, 60 euro rechts achteraan bij het
gangpad, 70, 80, 90, 100. 110, 120 nieuwe bieder, 130, 140, niemand meer,
niemand meer dan 140 euro, verkocht, echt een koopje voor een Nol Alexander,
gefeliciteerd meneer, daar heeft u zeker niet te veel voor betaald! Dan gaan we
nu verder met het volgende werk van Diederik Dijkstra, getiteld “DubbelD in de
polder”, geen veiling zou compleet zijn zonder de conceptueel erotische werken
van Diederik Dijkstra.”
Och, het bijna hypnotiserende stemgeluid van de
veilingmeester. Ik houd er van. Ik houd van de geveinsde onverschilligheid bij
de biedingen en geniet van de liefhebbers die net iets te enthousiast tonen geïnteresseerd
te zijn. Ik bewonder de enkele professional die bij elke bieding van zijn stoel
omhoog komt en ostentatief voor in de zaal gaat staan alsof hij wil zeggen: “wie
waagt het om zijn vinger nog op te steken”. Ik koester deze veilingdagen. De
veilingen met de werken van Nol Alexander, Diederik Dijkstra en consorten. Je
koopt hun werken er voor een schijntje van de prijs die je betaalt in een
galerie. Ik neem een broodje ham mee van het broodjeshuis op de hoek en geniet
van de werken, maar voornamelijk geniet ik van de mensen. Het is een bal masqué
waarbij de spelers bekend zijn.
Heel af en toe bied ik zelf ook mee. Ik heb een vast plekje
rechts achterin aan het gangpad en als ik bied heb ik een vast ritueel. Ik
begin eigenlijk nooit met bieden, meestal probeer ik als derde speler het veld
te betreden. Daarbij steek ik altijd heel achteloos mijn rechterarm schuin
omhoog richting het gangpad en in mijn hand wijst altijd een pen de
veilingmeester de weg naar het plafond alsof het wil zeggen “er zit nog meer in
het vat”. Meestal is het vat echter vrij leeg en moet ik vroegtijdig het
strijdperk verlaten, maar dan heb ik wel weer even mijn rush gehad. Die
geweldige kick van het bieden. Het gevoel heel even, slechts een paar seconden
lang, te mogen denken dat jij de mogelijke eigenaar bent van een echte Diederik
Dijkstra is onvergetelijk.
Ik ben ook eigenaar van een Picasso, een Rembrandt en een
Gauguin geweest. Gelukkig is er altijd iemand geweest die het werk liever wilde
dan ik.
Die kunstenaars ken ik ook, mooi werk maken ze en niet duur.
BeantwoordenVerwijderen