vrijdag 20 juli 2012

Klein leed

Af en toe loop ik een rondje en dan kom ik hem tegen. Dan zie ik hem staan. Hij heeft een vast plekje gevonden. Daar zit hij en staart een beetje voor zich uit. Paulus heeft zijn handjes vroom gevouwen en tuurt wat in de verte. Ik vraag me af waar hij naar kijkt, waar zijn blik op valt. Ziet hij de bloemen vlak voor zijn neus of kiest hij toch voor een punt ver weg. Vragen die onbeantwoord zullen blijven, want Paulus kan namelijk niet praten en Paulus kan eigenlijk ook niets zien. Paulus is namelijk mijn tuinkabouter.
 
Paulus is de enige overlevende kabouter uit mijn collectie. Ooit was mijn tuin het paradijs van drie zeer diverse kabouters. Paulus de kabouter, Wouter kabouter en Knut kabouter hadden ieder hun eigen plekje onder de zon. Paulus is een boskabouter die oorspronkelijk van de Veluwe komt. Wouter was een kabouter met een vishengeltje uit Belgiƫ. Met Wouter was het goed pintjes drinken.
En last but not least was er Knut. Knut was Knut. Hij kwam oorspronkelijk uit Denemarken. In Aarhus is hij op mijn achterbank geklommen en na een bezichtiging van mijn tuin besloot hij niet meer te vertrekken.

Paulus, Wouter en Knut hadden ieder hun eigen hoekje in mijn tuin en ze respecteerden elkaars privacy. Kabouters zijn geen paparazzi en het zijn al helemaal geen twitchers. Kabouters zijn anders. Ik heb gemerkt dat kabouters heel erg gesteld zijn op rust en privacy. Ze gingen in ieder geval nooit bij elkaar op bezoek. Ze kwamen nooit bij elkaar op de koffie. Wel kwam er af en toe eens een slak of een vogel op visite, waaruit bleek dat een kabouter wel degelijk gastvrij kon zijn, maar in wezen zijn kabouters solitair. De enige interactie die ik af en toe bespeurde waren de staarwedstrijden tussen Paulus en Knut. Die eindigden trouwens altijd onbeslist.

Paulus en Knut kunnen geen staarwedstrijdjes meer houden. Knut is namelijk overleden. Gestorven tijdens de zware winter van 2012. Knut is kapotgevroren. Ik had van een Scandinavische kabouter meer hardheid verwacht, maar ik verwachtte blijkbaar te veel. Het zat er gewoonweg niet in. Ook Wouter heeft het loodje gelegd. Een gruwelijke dood, die ik hier niet kan en wil beschrijven. Ik kan u zeggen dat ik blij was dat het een fanatieke drinker was. Daardoor heb ik zijn rode neusje nog terug kunnen vinden!
 
Af en toe sta ik nog eens stil bij het rode neusje. Dan betreur ik mijn kabouters. Dan sta ik even stil bij alle gestorven tuinkabouters. En ik ben niet de enige. Kijk maar om u heen. Alle kaboutertjes staan even stil. Of ze nu een kruiwagen of een schepje hebben. Net als Paulus staren ze stilletjes in de verte en gedenken hun gevallen kameraden. Zelfs kabouter Spillebeen wipt niet meer heen weer. Hij zit even stil en gedenkt.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten